Resistentie bij aarsmaden onderzocht
Gepubliceerd op 4 januari 2011Na de kleine bloedworm wordt nu ook de aarsmade (Oxyuris equi), ook wel aarsworm genoemd, ervan verdacht resistent te worden tegen de gangbare ontwormingsmiddelen.
Aarsmaden leven in de blinde- en dikke darm en kunnen bij paarden van alle leeftijden voorkomen. De wormen leven ongeveer 5 maanden en worden maximaal 10 centimeter. De aarsmade wordt vaak beschouwd als een onbelangrijke parasiet omdat deze geen trektocht maakt door het lichaam en daardoor ook weinig schade toebrengt. Echter, de aarsmade kan wel veel hinder brengen. De vrouwelijke aarsmade kruipt namelijk uit het paard en legt haar eitjes rondom de anus wat zeer veel jeuk geeft. Het paard zal flink de staart schuren, hierdoor wordt een infectie met de aarsmade vaak verward met zomereczeem (staart- en maneneczeem). Of een paard last heeft van aarsmaden is lastig aan te tonen, omdat de eitjes niet met de mest het lichaam verlaten, maar aan de huid vast zitten. Een mestonderzoek geeft dan ook niet per definitie een juiste diagnose. Soms kunnen de witte wormpjes op de mest gevonden worden.
Vaak wordt ervan uitgegaan dat een besmetting met aarsmaden bestreden kan worden met de huidige generatie ontwormingsmiddelen. Echter, in een brief aan de Britse Veterinary Record schrijft Andy Durham van de Liphook Equine Hospital en Gerald Coles van de Bristol Veterinary School dat er diverse verhalen de ronde gaan over paarden met aarsmadebesmettingen na een behandeling met ontwormingsmiddelen. Beide heren krijgen meldingen over schurende paarden na behandeling met macrocyclische lactonen (ivermectine / moxidectine). Om deze redenen zijn ze op zoek naar veterinairen die deze ervaringen delen om te onderzoeken of hier sprake is van een wijdverspreid probleem. Deze artsen mogen gratis preparaten voor onderzoek indienen.
Helaas dat het onderzoek niet over de grens reikt. Vraag blijft: zijn er in Nederland ook paarden met aarsmadenbesmettingen die niet reageren op ontworming?
Paardenkenniscentrum