Anky's Column in de telegraaf ’Paarden kunnen absoluut niet faken’

Gepubliceerd op 22 januari 2020

Het is een terugkerende trend: voor aanvang van grote hippische evenementen klinkt door buitenstaanders een roep om dierenwelzijn. Vlak voor Jumping Amsterdam (23-26 januari) is de gemeente Amsterdam, tevens sponsor van het evenement, gewezen op de eigen dierenwelzijnsnota, waarin staat dat er geen evenementen worden georganiseerd wanneer dit ten koste gaat van het welzijn van dieren. Drievoudig olympisch kampioene Anky van Grunsven stelt in haar column de criticasters gerust.

Steeds vaker grijpen zogenaamde ’kenners’ internationale paardensportwedstrijden aan om paardenwelzijn ter discussie te stellen. Weten ze écht waar ze het over hebben of zijn ze vooral bezig media-aandacht – al dan niet in hun blootje – te genereren?

"Klein groepje criticasters speelt in op onwetendheid van het grote publiek"

Ik vind het goed dat buitenstaanders de paardenwereld scherp houden, maar dan wel op basis van feiten en goede onderbouwingen. Niet door simpelweg te roepen en naar hartenlust resultaten van onderzoeken door elkaar te husselen of bij elkaar op te tellen, net hoe het uitkomt. Een klein groepje criticasters speelt in op de onwetendheid van het grote publiek om een hetze tegen de sport te creëren.

Geloof mij: intern in de paardenwereld stellen we ons voortdurend de vraag hoe het beter en anders kan. Deze week werd mij op het KNHS-trainersplatform de vraag gesteld of de paardensport is veranderd. Daar kan ik een heel duidelijk antwoord op geven: niet alleen het niveau is veranderd. Wij zijn ons vooral veel bewuster geworden van wat paarden nodig hebben.

Vroeger hadden we een hoefsmid en heel misschien een dierenarts. Maar al in 1988 voor de Spelen van Seoul zag ik voor het eerst bandages om de benen van een paard. Dat was om paarden beter te laten herstellen na een training of een wedstrijd.

Deze ontwikkelingen zijn de laatste dertig jaar doorgegaan. Je hebt tegenwoordig veterinairs, artsen die er puur voor de paarden zijn, fysiotherapeuten, voedingsspecialisten, tandartsen, etc. De paardensector evalueert en verbetert zichzelf voortdurend en is zeer zelfkritisch. Paardenwelzijn moet in onze sport centraal staan. Topsport is alleen mogelijk wanneer er een unieke band bestaat tussen paard en ruiter. En dat begint bij een paard dat gezond én gelukkig is, zowel fysiek, mentaal als emotioneel.

Daarbij weet elke ruiter: een paard kan absoluut niet faken. En laat zich zeker niet dwingen om te komen tot prestaties. De ’kenners’ zeggen bijvoorbeeld dat paarden geconditioneerd zijn, dat zij passief en hulpeloos reageren. Laat ik even meegaan in dit verhaal, dat paarden gedwongen worden. En dat zij zo ver zijn dat zij zelfs geen verzet meer tonen. Juist dan zou dit altijd zichtbaar zijn in uiterlijke kenmerken. Want nogmaals, een paard kan niet faken: de glans gaat van zijn vel, de spieren nemen af, de ogen worden dof en het laat de oren hangen. Een gelukkig paard zal daarentegen stralen en glanzen.

Ik zeg met een gerust hart dat ik gelukkige paarden op stal heb. Ik heb het ook altijd aan Bonfire en Salinero gemerkt. Het is ook niet voor niets dat zij ontzettend oud zijn (geworden). Bonfire was 31 toen hij in zijn eigen stal stierf. En Salinero is nu ook al 26 jaar en staat nog steeds lekker in de wei. Beide paarden heb ik na hun pensioen nog licht gereden onder het zadel. Een paard dat écht gelukkig wordt van werken, kun je dat niet zomaar afnemen.

Steeds vaker grijpen zogenaamde ’kenners’ internationale paardensportwedstrijden aan om paardenwelzijn ter discussie te stellen. Weten ze écht waar ze het over hebben of zijn ze vooral bezig media-aandacht – al dan niet in hun blootje – te genereren?

Wist u dat paarden, naast kuddedieren, ook individuen zijn die zich niet zomaar over één kam laten scheren? Wist u dat sommige paarden zo genieten van de speciale aandacht en intense verzorging rond een wedstrijd dat zij ook na hun sportcarrière bij het klaarmaken van de paardenwagen voor een concours nog letterlijk staan te springen om mee te mogen? Wist u dat deze wedstrijdpaarden ook na hun carrière nog als Very Important Horses worden behandeld? Wist u dat deze zogenoemde oude dag soms langer duurt dan de sportcarrière van het paard?

Misschien weet u dat niet. ’Is dat mijn probleem?’, hoor ik u denken. Nee, zeker niet. Dat is het probleem van ons paardensporters: wij zijn degene die 24 uur per dag zeven dagen per week bezig zijn met paarden. En wij vergeten daarbij ook te vaak u mee te nemen in onze wereld. Om u kennis en inzicht te geven in de leefwereld van paarden, zodat u zelf de duidelijke signalen van paarden over hun levensvreugde kunt herkennen. Zodat u niet, onbewust, voor de wagen gespannen wordt van andermans idealen en sentimenten.

Elke paardensporter voelt het: de emotie op de tribune bij Jumping Amsterdam. De kippenvelmomenten waarbij paard en ruiter elkaar naar een hoger niveau tillen, de tranen na een geweldige dressuurproef, de brede glimlach van de springruiter die zijn paard na een foutloze rit om de hals vliegt. De teugels los, de hals gestrekt, ontspanning na inspanning. Het wordt tijd dat wij deze emoties, en kennis over onze wereld, met het grote publiek gaan delen.

Wij weten zo verschrikkelijk veel van het paard en de sport. Wij moeten dat uitdragen. Dat kan in kleine kring, maar het is in mijn ogen ook goed als we dat als collectief op evenementen doen. Collectief ons verhaal uitdragen op Jumping Amsterdam, dat morgen weer van start gaat. Ik roep dan ook alle ruiters op: help mee het draagvlak voor onze sport te vergroten. Vertel ons eigen verhaal.

Bron: https://www.telegraaf.nl/sport/1151584589/anky-van-grunsven-paarden-kunnen-absoluut-niet-faken