Anky's column in de Telegraaf 'Zuinig op schaatsers'

Gepubliceerd op 17 januari 2018
Vandaag is Anky's nieuwe column geplaatst in de Telegraaf, ditmaal over de Olympische Winterspelen in Pyeongchang en de verdeling van de kampioenschappen bij het schaatsen.
 

Alle ogen richten zich op het Zuid-Koreaanse Pyeongchang, waar van 9 tot 25 februari de Olympische Winterspelen het epicentrum van de sport vormen. Daar gaan op het allerlaatste moment ook nog gloednieuwe Europees kampioenen schaatsen naartoe.

Winnen, titels en medailles; daar draait het natuurlijk om in de sport. Wie deze specifieke wereld goed kent, vindt de route richting grote prestaties minstens zo belangrijk als de grote evenementen zelf. Dat geldt voor sporters en publiek. Een atleet zet zich in de voorbereiding maximaal in, het publiek volgt die weg en laat zich meeslepen door verwachtingspatronen. Dat komt allemaal samen in die ene wedstrijd, waar in het geval van de Spelen vier jaar naartoe is gewerkt.

Maar bij het schaatsen kijken ze niet op een titel meer of minder. Slechts een maand voor de Spelen wordt er nog een EK afgewerkt. Waarom initieert een sportbond zoiets? Waarom een seizoen zo volproppen, dat je straks aan het einde van het seizoen niet alleen je olympisch kampioenen in het zonnetje kan zetten, maar ook een rits wereldkampioenen en zelfs de Europese titelhouders moet huldigen?

Voor mijn gevoel werkt het contra. Grote kampioenen laten dit soort kleinschaliger evenementen aan zich voorbijgaan, want die hebben hun focus met slechts een maand te gaan alleen nog maar op de Spelen liggen. Een enkele deelnemer aan de Spelen zal het toernooi eventueel gebruiken als een soort trainingstoernooi. Wat voor waarde heeft zo’n EK dan? Om van het publiek nog maar te zwijgen, dat met zoveel kampioenschappen de bomen door het bos niet meer ziet.

Als je nou zo’n belangrijk toernooi hebt als de Spelen volgen de media de sporters toch wel. Dan kan je toch veel beter een jaar later een EK als hoogtepunt van het na-olympisch jaar organiseren? Dan heeft een titel echt waarde en heb je als toeschouwer ook veel meer duidelijkheid over de opbouw van een seizoen.

Nota bene, je sluit absolute topschaatsers als Sven Kramer en Ireen Wüst nu onbewust ook uit voor een Europese titel, want zij kunnen nou eenmaal niet alle wedstrijden schaatsen. Maar wie zegt dat zij die titel op een dag ook niet willen winnen?

Het draait trouwens niet alleen om die Europese medailles. Als we straks na de Olympische Spelen schaatsmedailles vieren – dat kan bijna niet anders met onze toppers – gaan we krap twee weken later alweer over tot de orde van de dag met een WK allround. Natuurlijk is het super dat dit toernooi in het Olympisch Stadion in Amsterdam wordt georganiseerd, maar waarom niet zoals in veel andere sporten een WK om de twee of vier jaar?

Nou ja, het enige voordeel aan de locatie is dat waarschijnlijk iedere schaatser zich voor dit uitzonderlijke toetje nog weet op te laden. Maar eigenlijk zou het natuurlijk niet mogen afhangen van de locatie. De internationale schaatsbond moet gewoon zuinig zijn op zijn titels én schaatsers.

Bron: www.telesport.nl