Anky's column in de Telegraaf 'Afbreuk aan Verstappens eigen intenties'
Gepubliceerd op 6 december 2017
Vandaag is Anky's nieuwe column in de Telegraaf gepubliceerd, ditmaal over de nominaties van de verkiezing Sporter van het Jaar.
Wat doet Max Verstappen tussen de nominaties van Sporter van het Jaar? Dat hij in 2016 werd verkozen tot Sportman met de eerste GP-overwinning was ergens nog te billijken. Geen Nederlander flikte dat ooit. Maar hem nu met twee F1-zeges weer tussen wereldkampioenen als Sven Kramer en Tom Dumoulin neerzetten, doet afbreuk aan Verstappens eigen intenties.
De twintiger is glashelder over zijn doel: hij wil wereldkampioen worden in de zwaarste autoklasse. De contouren, dat hij niet bluft, maar dat hij dit daadwerkelijk kan bereiken, tekenen zich steeds duidelijker af. Een dagoverwinning is geen doel meer op zich, maar een middel om uiteindelijk de titel van beste coureur over een heel jaar te realiseren.
Voor de tweede keer op rij heeft hij nu een nominatie achter zijn naam als eventuele Sportman van het Jaar, terwijl hijzelf dit jaar helemaal niet als absoluut summum ziet. Ik weet niet precies hoe de redenatie werkt van de vakjury, maar het lijkt mij dat je de allerbesten uit hun eigen sport selecteert. Ook al ben ik een groot fan van Max – ik volg iedere race – hij is op dit moment nog niet de beste in Formule 1. Dat is Lewis Hamilton. Max is de nummer 6, een plekje slechter dan vorig jaar toen hij als 5e eindigde.
Wat dat betreft blijft de verkiezing Sporter van het Jaar appels met peren vergelijken: is Formule 1 zwaarder dan wielrennen? Ik kan dat antwoord niet geven. Het ligt er ook maar aan welke criteria je erop loslaat: gaat het om de maximale inspanning of om de hoeveelheid toeschouwers die een sport trekt? Max moet twintig dagen per jaar excelleren om de allerbeste te worden, Sven Kramer werkt in vier jaar tijd naar een absoluut hoogtepunt toe met de Olympische Spelen - zijn piek ligt over twee maanden - en Tom Dumoulin kent verschillende momenten in een jaar dat hij er moet staan. Soms in een dagwedstrijd, de andere keer in een drieweekse tour. Dit gezegd hebbende, doe ik ze alle drie onmiddellijk tekort, want ze leven natuurlijk 24/7 voor hun sport. We zien meer niet dan wel van hun inspanningen, die leiden tot hun absolute prestaties.
Dus wat beloont de zaal met topsporters nou eigenlijk als ze over twee weken op hun favoriet stemmen? In mijn ogen blijft het gewoon een populariteitspoll. Wie je ook kiest, je doet de andere twee er tekort mee.
Natuurlijk is het nooit goed. Want bij de vrouwen zijn wel heel netjes drie wereldkampioenen gekozen: Zeilster Marit Bouwmeester, wegwielrenster Anna van der Breggen en atlete Dafne Schippers. Terwijl ze in haar eigen sport als allerbeste is gekozen, blijft voetbalster Lieke Martens met de EK-titel buiten beeld. Ik kan me daar best in vinden, terwijl ik begrijp dat voetbalfans het juist ongelofelijk vinden dat ze er niet bij zit. De verkiezing geeft zo altijd reden tot gefronste wenkbrauwen.
Bron: www.telesport.nl
Wat doet Max Verstappen tussen de nominaties van Sporter van het Jaar? Dat hij in 2016 werd verkozen tot Sportman met de eerste GP-overwinning was ergens nog te billijken. Geen Nederlander flikte dat ooit. Maar hem nu met twee F1-zeges weer tussen wereldkampioenen als Sven Kramer en Tom Dumoulin neerzetten, doet afbreuk aan Verstappens eigen intenties.
De twintiger is glashelder over zijn doel: hij wil wereldkampioen worden in de zwaarste autoklasse. De contouren, dat hij niet bluft, maar dat hij dit daadwerkelijk kan bereiken, tekenen zich steeds duidelijker af. Een dagoverwinning is geen doel meer op zich, maar een middel om uiteindelijk de titel van beste coureur over een heel jaar te realiseren.
Voor de tweede keer op rij heeft hij nu een nominatie achter zijn naam als eventuele Sportman van het Jaar, terwijl hijzelf dit jaar helemaal niet als absoluut summum ziet. Ik weet niet precies hoe de redenatie werkt van de vakjury, maar het lijkt mij dat je de allerbesten uit hun eigen sport selecteert. Ook al ben ik een groot fan van Max – ik volg iedere race – hij is op dit moment nog niet de beste in Formule 1. Dat is Lewis Hamilton. Max is de nummer 6, een plekje slechter dan vorig jaar toen hij als 5e eindigde.
Wat dat betreft blijft de verkiezing Sporter van het Jaar appels met peren vergelijken: is Formule 1 zwaarder dan wielrennen? Ik kan dat antwoord niet geven. Het ligt er ook maar aan welke criteria je erop loslaat: gaat het om de maximale inspanning of om de hoeveelheid toeschouwers die een sport trekt? Max moet twintig dagen per jaar excelleren om de allerbeste te worden, Sven Kramer werkt in vier jaar tijd naar een absoluut hoogtepunt toe met de Olympische Spelen - zijn piek ligt over twee maanden - en Tom Dumoulin kent verschillende momenten in een jaar dat hij er moet staan. Soms in een dagwedstrijd, de andere keer in een drieweekse tour. Dit gezegd hebbende, doe ik ze alle drie onmiddellijk tekort, want ze leven natuurlijk 24/7 voor hun sport. We zien meer niet dan wel van hun inspanningen, die leiden tot hun absolute prestaties.
Dus wat beloont de zaal met topsporters nou eigenlijk als ze over twee weken op hun favoriet stemmen? In mijn ogen blijft het gewoon een populariteitspoll. Wie je ook kiest, je doet de andere twee er tekort mee.
Natuurlijk is het nooit goed. Want bij de vrouwen zijn wel heel netjes drie wereldkampioenen gekozen: Zeilster Marit Bouwmeester, wegwielrenster Anna van der Breggen en atlete Dafne Schippers. Terwijl ze in haar eigen sport als allerbeste is gekozen, blijft voetbalster Lieke Martens met de EK-titel buiten beeld. Ik kan me daar best in vinden, terwijl ik begrijp dat voetbalfans het juist ongelofelijk vinden dat ze er niet bij zit. De verkiezing geeft zo altijd reden tot gefronste wenkbrauwen.
Bron: www.telesport.nl