Ook sterk Nederlands springteam op CHIO

Gepubliceerd op 9 juni 2009

De 61e editie van het CHIO Rotterdam dat van 17 tot en met 21 juni plaatsvindt in het Kralingse Bos is klaar om de wereldtop van de paardensport te ontvangen. Bondscoach Rob Ehrens gaat de strijd aan in de vierde wedstrijd van de Meydan FEI Nations Cup met een sterk team bestaande uit Angelique Hoorn (Wanneperveen) met Blauwendraad's O'Brien, Jeroen Dubbeldam (Weerselo) met BMC Van Grunsven Whisper, Marc Houtzager (Rouveen) met Opium VS en Albert Zoer (Echten) met Okidoki.  

Frans Lavooij, voorzitter van het CHIO, maakte dinsdag op de persconferentie op het terrein van het CHIO bekend dat ondanks de wat moeilijkere economische tijden de sponsors trouw zijn gebleven aan het concours. De totale begroting ligt met zo’n 2,5 miljoen euro zelfs iets boven vorig jaar. Dit heeft mede te maken met het toegenomen prijzengeld: 500.000 euro voor het springen en 100.000 voor de dressuur. De Meydan FEI Nations Cup en de Grote Prijs zijn beide met 200.000 euro gedoteerd, een prijzenpot voor een Grote Prijs die volgens directeur sportief springen Emile Hendrix nooit eerder zo hoog was in Nederland.
 
Het internationale deelnemersveld bij het springen is zeer sterk, waarbij naast het Nederlandse team vooral de sterke teams uit Duitsland, België, Groot Brittannië, Ierland, de Verenigde Staten en Ierland opvallen. Maar ook individueel doen grote namen een greep in de ruime prijzenpot. De nummer één van de wereldranking en winnares van de wereldbekerfinale in Las Vegas Meredith Michaels-Beerbaum (GER), Nederbelg Jos Lansink die enkele weken geleden de Grote Prijs van La Baule won en de Ier Billy Twomey die afgelopen weekend nog de Grote prijs in St. Gallen won, zijn volgende week in het Kralingse Bos te vinden. Over Grote Prijzen gesproken, winnaar van de Grote Prijs van Outdoor Gelderland en regerend Nederlands Kampioen Jeroen Dubbeldam zal zijn zegetocht in Rotterdam proberen voor te zetten met de in een bloedvorm verkerende BMC Van Grunsven Whisper.
 
Bij de dressuur is de sterkte van de teams voor de landenwedstrijd, die op donderdagochtend wordt verreden wat wisselend. Nederland is op volle sterkte met de top drie van het Nederlands Kampioenschap. Sander Marijnissen, die de laatste tijd internationaal sterk presteert en ook op het NK aansluiting vond bij de top, ziet zijn prestaties beloond met de vierde plek in het Nederlandse team. Duitsland laat haar grootse coryfeeën thuis, maar Groot Brittannië komt met vier Olympische ruiters aan start. Voor Edward Gal en Totilas is dit hun eerste internationale Grand Prix wedstrijd en direct voor het oog van de juryleden die later in het jaar op het EK in Windsor presteren. Volgens directeur sportief dressuur Tineke Bartels is Totilas de grote trekpleister van het CHIO, maar Gal zelf laat zich niet gek maken door de druk van buitenaf: “Ik hoop dat Totilas net zo presteert of zelfs nog beter als op het NK, maar ik maak me er eerlijk gezegd niet zo druk om. Ik leef van wedstrijd naar wedstrijd, we zien het wel. De Nederlands titel nemen ze me in ieder geval niet meer af. Ik heb destijds veel meegemaakt met Lingh, waardoor ik heb leren relativeren.” Gal doelde hiermee onder andere op de het zich moeten terugtrekken net voor de Olympische Spelen van Athene. Het CHIO is voor alle Nederlandse dressuurruiters een observatiewedstrijd. Degenen die niet in het landenteam zitten, rijden op woensdagochtend voor dezelfde juryleden een nationale Grand Prix-proef.
 
Met twee Europese Kampioenschappen op Nedelandse bodem dit jaar, is Rotterdam ook erg belangrijk voor de Junioren en Young Riders. De dressuurjeugd rijdt de finale van de KNHS-CHIO Rotterdam Cup en de springjeugd de finale van de KNHS-vdB Cup. Tineke Bartels: “Vroeger heb ik wel eens gezegd dat dressuur een oudewijvenstrijd is, maar dat is het al lang niet meer. De jeugd strijdt met het mes tussen de tanden voor een teamplaats op het EK.”

(Bron: KNHS)