Anky's antwoord op Kettingbrief Paardenkrant

Gepubliceerd op 27 november 2014
NOS-sportchef Joost de Vries legde afgelopen week de vinger op de zere plek. De Vries stelde in zijn Kettingbrief vast dat onze sport, met name de dressuur, wel een opfrisser kan gebruiken. Dressuuramazone Anky van Grunsven, vakvrouw pur sang, moest maar eens tekst en uitleg geven. Vindt Van Grunsven ook dat de dressuur aantrekkelijker gemaakt kan worden voor de gemiddelde televisiekijker? In de volgende aflevering zal Trond Asmyr, directeur-dressuur van de FEI, eveneens zijn mening geven over dit onderwerp.

Beste Joost,

Goed om te horen dat de NOS er alles aan doet om meer paardensport uit te zenden op televisie. We moeten niet vergeten dat onze sport gigantisch populair is. De paardensport draait een grote omzet en we zijn één van de beste sporten van Nederland. Dat wordt weleens vergeten, daar zou de NOS weleens op kunnen inspelen. Misschien dat er toch wel meer mensen willen kijken dan jullie denken. Tegenwoordig gaan er steeds meer mensen live op internet kijken.

Ik ben het helemaal met jou eens. Onze sport heeft vernieuwing nodig om populair te blijven. Op de Olympische Spelen in Hong Kong vroeg ik mezelf al af waarom onze landenwedstrijd zo saai uiteen getrokken werd. Waarom laten ze op de eerste dag niet de B-landen tegen elkaar rijden en op de tweede dag pas de A-landen? Zes jaar geleden dacht ik dit al, we hebben het een aantal keer voorgelegd, maar er is niks mee gebeurd, zie het afgelopen WK in Caen. Er wordt wel iedere keer een commissie bij elkaar geroepen om dingen op te lossen, alleen verandert er weinig tot niets.

Achter elkaar
Wat ik wel goed vind, is dat de score tijdens de wedstrijd meeloopt, zodat de mensen tijdens de wedstrijd kunnen mee beoordelen wat de jury vindt. Als je de scores van de winnaar en degene die op dat moment rijdt naast elkaar ziet, wordt het al veel spannender dan wanneer je alleen de proef zit te kijken. Ik vind écht dat je tijdens een landenwedstrijd alle goede combinaties achter elkaar moet laten starten, zodat je duidelijk het verschil kunt zien. En niet die ene goede combinatie op maandagmorgen om acht uur en de volgende op dinsdagmorgen om acht uur, terwijl er nog zestig andere combinaties tussen zitten.

Omdat dressuur heel moeilijk te beoordelen is, vind ik dat de hoogste en de laagste score per onderdeel weggelaten moet worden. Want soms lukt het zelfs de juryleden niet altijd om alles goed op volgorde te krijgen. Wij begrijpen de scores ook niet altijd, dus dan kun je ook niet verlangen dat de gemiddelde kijker het begrijpt.

Strikter worden
In onze sport mogen bepaalde dingen radicaal veranderen en wel wat strikter worden. Als je bijvoorbeeld bij het springen een weigering, een balk of een verkeerd parcours hebt afgelegd, ga je niet meer winnen. Maar bij dressuur kan iemand een fout maken in zijn programma en toch met een medaille naar huis gaan. Dat is niet goed voor de sport en dat zorgt ervoor dat mensen het niet begrijpen. Als er bij het schaatsen iemand op de verkeerde baan rijdt, mist hij gewoon Olympisch goud. Dat hebben we allemaal gezien bij Sven Kramer en dat begrijpen we allemaal. Maar bij dressuur kun je omdraaien, weer doorrijden en winnen. Hoe realistischer onze sport wordt, hoe meer mensen zullen kijken.

Ik denk bovendien dat het belangrijk is dat mensen op hun gevoel afgaan. Wat zij mooi vinden, is ook vaak het beste. Dat is hetzelfde als met schaatsen en met turnen. Ik snap ook niet alles wat daar gebeurt, maar ik kan wel zien of het makkelijk gaat en lukt en als daar het juiste commentaar bij wordt gegeven, kun je dat heel goed volgen. Deskundige, begeesterde mensen achter de microfoon, zo kom je verder. Kijk eens naar het turnen en commentator Hans van Zetten.

Daarnaast ben ik er een voorstander van dat er een handboek komt met een code of points waarin duidelijk omschreven staat hoe de onderdelen beoordeeld worden. Een aantal jaar geleden zou er al een handboek gemaakt worden, maar zover ik weet is dat er nog niet. Bij reining maken ze daar ook gebruik van en dan weet je toch beter waar je aan toe bent. Als je fouten maakt, kost dat punten of je krijgt een nul-score. Zij hebben duidelijke afspraken gemaakt.

Balans vinden
Op dit moment heeft iedereen het over het verkorten van de proef, maar zes jaar geleden heeft men al voorgesteld dat ze het binnenkomen en het halthouden eruit kunnen halen. Ik weet nog goed dat iedereen toen begon te lachen omdat zij dachten dat het goed voor mij zou zijn. Maar zo’n onderdeel kost alleen maar tijd en daar zit niemand op te wachten. Daarnaast zou je ook best het achterwaarts uit de Grand Prix kunnen halen, want dat is een oefening die je al vanaf een heel laag niveau hebt laten zien.

Basisvoorwaarden
Natuurlijk moet je onze sport niet helemaal gaan veranderen. Bij een gewone klassieke proef heb je toch met basisvoorwaarden te maken. In de Grand Prix draait het er juist om dat je piaffe, passage en pirouettes moet laten zien en alle andere moeilijke oefeningen op beide handen, dat is essentieel. Dus daardoor kan het niet in 3 of 4 minuten. De huidige Grand Prix-proef is bijna 6 minuten, die kan je goed ombouwen naar vijf minuten als het per se moet.

Naar mijn idee moeten ze de Kür op muziek wel inkorten, want je wilt deze zeker korter en nog flitsender hebben, maar ook duidelijker voor iedereen, inclusief de leek. Het moet technisch gezien meer worden zoals een Grand Prix-proef. Dus bijvoorbeeld niet het regelmatig herhalen van bepaalde oefeningen of dingen waar je fouten in had. Een voetbalwedstrijd duurt negentig minuten en om eerlijk te zeggen vind ik dat heel lang duren en absoluut niet negentig minuten lang even spannend. Dus dan zie ik ook liever een samenvatting. Alleen heb ik nog nooit gehoord dat ze een voetbalwedstrijd korter gaan maken.  

Ik stuur mijn brief naar Trond Asmyr, de directeur van de discipline dressuur bij de FEI in Lausanne, omdat ik graag wil dat er serieus iets gaat veranderen.

Beste Trond Asmyr,
Hoe kunnen we grote stappen maken, in relatief korte tijd, om onze sport aantrekkelijker en transparanter te krijgen?
Met vriendelijke groet, Anky van Grunsven